woensdag 10 oktober 2012

Verena Dohrn: Baltische reizen (Recensie)


LITOUWS JERUSALEM
Riga, september 1990.

Foto / Copyright © Jan Paul Hinrichs
‘Heimweetoeristen’ noemt de Duitse slaviste Verena Dohrn haar landgenoten van Baltische komaf die sinds enige jaren in groten getale hun verloren Heimat aandoen. Voor hun gerief is een bloeiende reisliteratuur ontstaan die de warmste nostalgische gevoelens losmaakt. Dohrn gooit het in haar boek Baltische reizen duidelijk over een andere boeg, want zij gaat op zoek naar het joodse cultuurgoed in de Baltische staten dat in de tweede wereldoorlog door de Duitsers grotendeels werd vernietigd. Eerder publiceerde ze over het joodse leven in het grensgebied Galicië (Galizien, Jüdischer Verlag, 1993).
     Nadat de Baltische staten in 1991 hun onafhankelijkheid herwonnen,  konden de joden zich daar weer als groep organiseren. Mede dankzij een geldstroom van internationale joodse organisaties worden synagogen (die in de sovjettijd soms als graansilo of bioscoop dienst deden) weer in gebruik genomen, scholen opnieuw opgericht en begraafplaatsen opgeknapt. Toch blijkt het joodse leven in de Baltische staten weinig meer met dat van voor de oorlog gemeen te hebben. Anders dan de ongeveer 100.000 Letse en 4000 Estse joden vormden de 150.000 litwaks (Litouwse joden) een nauwelijks geassimileerde groep die diep verankerd was in het orthodoxe jodendom. De jodenvervolging werd door weinigen overleefd. Dat er nu nog joden in de Baltische landen wonen, komt vooral door de instroom van Russische joden uit andere delen van de Sovjet-Unie die er terecht van uitgingen dat aan de Oostzee de sfeer liberaler was. De inbreng van joods intellect was een van de redenen waarom de Estse universiteitstad Tartu tot het meest westers georiënteerde wetenschapscentrum in de Sovjet-Unie kon uitgroeien. De joodse immigranten (van wie sommigen overlevenden waren van de deportaties naar Siberië onder Stalin) spraken Russisch en niet het Jiddisch van voor 1941, waardoor de joodse gemeenschap in de Baltische staten een heel ander karakter kreeg.
     Verena Dohrn reist van Tallinn (de geboortestad van nazi-ideoloog Alfred Rosenberg), via Riga naar Vilnius (‘het Litouwse Jerusalem’ volgens Napoleon). Als reisverslag komt dit boek niet helemaal uit de verf, omdat de vele historische uitweidingen Dohrns eigen belevenissen geleidelijk ondersneeuwen en ook van hun functie beroven. Het resultaat is een boek dat zowel het meeslepende van een reisverslag als de systematiek van een historische studie ontbeert. Toch biedt Baltische reizen, ook door de fraaie foto’s, een uitgebreide bibliografie en verklarende woordenlijst, veel interessant materiaal over een weinig bekend hoofdstuk uit de geschiedenis van het jodendom.

Jan Paul Hinrichs

Rec. van Verena Dohrn, Baltische reizen (vert. Tinke Davids), Uitg. Atlas, 1995.

| Eerder verschenen in Vrij Nederland, 23 maart 1996, p. 83.