vrijdag 16 november 2012

Boris Poplavski: Gedicht (Vertaling)

BORIS POPLAVSKI

*

Het middernachtelijke hemellichaam
verlichtte het firmament,
en de ziel was van het dagelijks leven
reeds alles vergeten.

In de verte geen geblaf,
wonderbaarlijk helder is de straat,
en zo wandelend zou ik eeuwig leven,
als er eeuwig nacht bestond.

Voort langs de rails vanuit de onvrijheid,
hun ijzeren glinstering volgend,
ga ik het lege veld op,
vind tenslotte Jou.

De blauwe nachtelijke hemel
is van een archaïsche eenvoud;
mijn dode zieke hart
geef ik Jou voor altijd terug.

Uit het Russisch vertaald door Jan Paul Hinrichs


| Eerder gepubliceerd in Europese nacht: gedichten van Ivan Boenin, Vladislav Chodasevitsj, Georgi Ivanov, Dovid Knut, BorisPoplavski en Anatoli Steiger, vertaald door Jan Paul Hinrichs (Leiden: Plantage, 19963), p. 35.

Zie verder over Boris Poplavski: Jan Paul Hinrichs, Verbannen muze. Vijftien essays over schrijvers van de Russische emigratie (Leiden: De Slavische Stichting, 1990), pp. 129-137.