woensdag 18 februari 2015

Emile van der Borch van Verwolde: Brieven (Recensie)

EMILE VAN DER BORCH VAN VERWOLDE: DICHTER EN VERZETSMAN

Baron Emile van der Borch van Verwolde (1910-1943) publiceerde als Leids rechtenstudent verzen in zijn corpsblad en in het poëzietijdschrift Helikon. Hij raakte in de ban van de bibliofilie en staakte zijn studie. Ser J.L. Prop gaf vijf brieven uit die Van der Borch van Verwolde in de jaren 1932-1934 uit Leiden en Maastricht, waar hij stage liep bij Alexandre Stols, schreef aan Jean François van Royen (1878-1943). Zijn interesse ‘als verzamelaar van mooie boeken en in het bijzonder van moderne typographische kunst’, zoals hij zichzelf voorstelt, gold aanvankelijk Van Royens  drukken van De Zilverdistel en de Kunera Pers. Daarna wijdde hij vooral uit over de antiquarisch inmiddels peperdure uitgaven van Rimbaud, Swinburne en Apollinaire die Stols in zijn opdracht drukte. Ook was Van der Borch van Verwolde bij Stols ‘bezig een bundeltje eigen gedichten te zetten, in 10pt. Bodoni, welke echter natuurlijk ook voor den handel bestemd zijn. Mettertijd zal ik U hiervan, hoewel met angst en vreeze, een exemplaartje toezenden. Maar U weet hoeveel gemakkelijker het is een fraai boek te laten drukken, dan het zelf te drukken!’ Het bundeltje kwam er niet, wellicht omdat Van der Borch van Verwolde, die als bohémien ook in Parijs rondhing en met Greshoff in contact stond, zijn geld had verspild. Zijn moeder, zo meldt Stols’ biograaf C. van Dijk, moest garant staan voor zijn schulden. Eind jaren dertig heeft Van der Borch van Verwolde zijn bundeltje nog eens gestencild verspreid onder vrienden. Zijn rechtenstudie maakte hij alsnog af in Groningen, waarna hij tijdens de bezetting ging werken bij de Amsterdamse universiteitsbibliotheek en in het verzet ging.  In 1979 gaven nabestaanden zijn Verzamelde poëzie uit in een uitgave die niet in de handel kwam. Deze brievenuitgave vormt een intrigerende voetnoot bij de geschiedenis van de Nederlandse private presses maar ook een hommage aan de dichter en verzetsman Emile van der Borch van Terwolde die op 20 juli 1943 met negentien anderen op de Leusderheide door de Duitsers is gefusilleerd.  Zijn topzware vers ‘De wanhopige’ (‘Er is geen mensch zoover als ik gegaan / op deze weg van zoden en van steenen’), in Komrij’s bloemlezing opgenomen, lijkt in de dodencel geschreven maar stamt uit de jaren dertig.

Jan Paul Hinrichs


W.H.E. van der Borch van Verwolde, Vijf brieven aan J.F. van Royen. Banholt: Ser J.L. Prop, 2013. [16 ongenummerde p.]. 74 ex. € 40 ing. / € 135 geb. (Terhorst 33, 6262 NA Banholt | serjlprop@home.nl). 

| Eerder verschenen in De Parelduiker 19 (2014), nr. 2, pp. 69-70 (als onderdeel van de rubriek ‘Schoon & haaks’).