vrijdag 27 november 2015

Schoon & haaks [afl. 8]

SCHOON & HAAKS [AFL. 8]

In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de  rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de achtste aflevering (2015, nr. 5) staan recensies van de volgende boeken:

  • Robert Desnos, Literatuur en andere gedichten.  Vert. Katelijne De Vuijst. Gent: Druksel, 2015.
  • Max Jacob, Veertien kubistische gedichten, gekozen uit de «Le cornet à dés» (De dobbelbeker). Vert. Kiki Coumans. Gent: Druksel, 2015.
  • Nathalie Quintane, Opmerkingen. Vert. Kiki Coumans. Bleiswijk: Studio 3005, 2015.
  • Konrad Bayer, idioot. Vert. Erik de Smedt. Bleiswijk: Studio 3005, 2015.
  • H. Marsman, Ruimteschemer. Utrecht: Salon Saffier, 2015.
  • Nanne Tepper, De psychologie van de constructie. Den Haag: Statenhofpers, 2015.
  • Andrew Marvell, Gedichten. Vert. Cornelis W. Schoneveld. Amsterdam: De Wilde Tomaat, 2015.
  • Ralf de Jong, Boeken van nu: terug naar de toekomst & Index Huis Clos 1-49. Rimburg: Huis Clos, 2015.
| Zie verder Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 20 (2015), nr. 5, pp. 55-59.

J. van Oudshoorn: Brieven (verschenen)

J. VAN OUDSHOORN: BIBLIOFIELE UITGAVE BIJ STATENHOFPERS

Zojuist verscheen Een ietwat vreemd product: vijf brieven van J. van Oudshoorn (1876-1951) rondom zijn verhaal 'Doodenakker' dat in 1937 is gepubliceerd in het letterkundig jaarboek Kristal. Het gaat om een bibliofiele editie van de Haagse Statenhofpers die verscheen in 90 genummerde exemplaren. Ook het verhaal 'Doodenakker' is afgedrukt. In deze uitgave zijn drie tekeningen opgenomen van A.J. van 't Hoff (1893-1939), waarvan er in ieder geval een speciaal voor bij dit verhaal is gemaakt.


 

Zie verder: J. van Oudshoorn, Een ietwat vreemd product. Vijf brieven rondom het verhaal 'Doodenakker'. Bezorgd en van een nawoord voorzien door Jan Paul Hinrichs (ill.: A.J. van 't Hoff). 's-Gravenhage: Statenhofpers, 2015. 23 pp. Oplage: 90 genummerde exemplaren (te bestellen via https://statenhofpers.nl/). 

donderdag 26 november 2015

Willem Elsschot en Kees Fens (Recensies)

WILLEM ELSSCHOT, KEES FENS EN 'HET HUWELIJK'
 
‘Altijd botsen bij Elsschot Laarmans en Boorman – het weke hart en het koude verstand -, en hun botsing heeft het komische effect dat tranen in de ogen brengt en dat die weemoedige lach voortbrengt die eigen is aan de ware humor’. ‘In Kaas zien wij de zielige poging van Laarmans om op te klimmen naar de eenzame hoogte van de Boorman’. Kees Fens (1929-2008) schreef deze behartigenswaardige woorden in 1957 in het jezuïetenweekblad De Linie. Het was het eerste van zestien stukken die hij tot 2005 over Elsschot schreef. Het Willem Elsschot Genootschap, onvermoeibaar zondagsuitgever van professioneel ogende Elsschotiana, bundelt ze in Een leven lang Elsschot met een nawoord van bezorger Koen Rymenants. Alleen al als becommentarieerde bloemlezing van citaten is dit een leuk boekje. We zien Fens veranderen: van alle diepzinnigheden die hij in 1965 in Merlyn aan Het Dwaallicht toedichtte, vindt hij in 2004 niets terug. In een charmant vierkant boekje ontfermt De Bucheliuspers zich over Elsschots gedicht ‘Het huwelijk’ en Duitse, Franse en Engelse vertalingen ervan. Daaruit komt de regel ‘Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen’. Kees Fens, zuinig met persoonlijke noten,  memoreert dat hij in 1960 op een sollicitatiegesprek bij dagblad De Tijd de vraag kreeg van wie die regel was. Met het goede antwoord was hij meteen aangenomen.

 
Kees Fens, Een leven lang Elsschot. Antwerpen: Willem Elsschot Genootschap, 2014. 87 p. € 15 (willemelsschotgenootschap@telenet.be)
Willem Elsschot, Het huwelijk. Ehe. Le marriage. Marriage. Utrecht: De Bucheliuspers, 2014. 18 p. 50 ex. € 25 (Oude Kamp 14 3512 KH Utrecht  arjaanvannimwegen@gmail.com)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 20 (2015), nr. 1, p. 68.

 

Chaim Levano, Leo Herberghs en Toon Teeken (Recensies)

HEERLENSE BROEDERSCHAP: CHAIM LEVANO, LEO HERBERGHS EN TOON TEEKEN
 
Uitgeverij Gerards & Schreurs begon in 1986 vanuit Heerlen de Huis clos-reeks: fraai uitgegeven met de hand gezette uitgaven. De uitgeverij opereerde kortstondig maar de reeks, die al gauw op digitale opmaak overschakelde, bestaat na bijna drie decennia nog altijd. Eigenzinnige schrijvers en kunstenaars staan centraal, naast de op afstand herkenbare maar nog altijd verrassende vormgeving van Piet Gerards. Heerlense wortels worden van oudsher niet verloochend, zonder dat dit tot provincialisme leidt. Dat blijkt weer uit Theater Levano, het rijke boek over musicus en theatermaker Chaim Levano (Heerlen, 1928), vergezeld van een dvd met een documentaire film van Kees Hin. Huis clos herdrukt van dichter Leo Herberghs (Heerlen, 1924) zijn in kleine kring befaamde  traktaat tegen het zwemmen Wie zwemt is keg dat eerder in 1990 in de reeks verscheen. Daarnaast komt de uitgeverij met het ingebonden boekje Portret als dubbelportret van schilder en fotograaf Toon Teeken (Heerlen, 1944). In kleur zijn zo’n 75 portretten afgedrukt van schrijvers, kunstenaars en wetenschappers. Er zitten grote namen bij als Einstein, Wittgenstein en Kafka. Onze literatuur levert Leopold en Kouwenaar. Beide portretten zouden in het Letterkundig Museum niet misstaan.

Camiel Hamans, Ben van Melick, Kees Hin, Theater Levano. Rimburg: Huis clos, 2013. 140 p. € 27,50 | Leo Herberghs, Wie zwemt is keg. 2014. 20 p. 250 ex. € 5 | Toon Teeken, Portret als dubbelportret. 2014. 96 p. 250 ex. € 37,50 (Broekhuizenstraat 53 6374 LJ Rimburg info@uitgeverijhuisclos.nl)
 
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 20 (2015), nr. 1, pp. 67-68.
 
 

C.O. Jellema en Geerten Meijsing (Recensies)

TRENDS ZETTEN DOOR: C.O. JELLEMA EN GEERTEN MEIJSING
 
Deze rubriek signaleerde het al eerder: C.O. Jellema (1906-2003) is een favoriet van het marginale circuit. Allerlei uitgeverijen spelen mee maar de bezorger blijft dezelfde: literair erfgenaam Gerben Wynia. De Avalon Pers komt nu met Drie gedichten vol Oostenrijkse zwaarmoedigheid van Christine Lavant (1915-1973): de Duitse tekst met drie ongepubliceerde vertalingen van Jellema. Wynia tekent ook voor de brievenbundel Selbstfindung die inmiddels bij Flanor is herdrukt. Ik zag niet eerder zo’n omvangrijke Duitse brievenuitgave van een Nederlands auteur. Het is de vraag of Jellema het boek zelf had gewenst. Kort voor zijn dood vroeg hij de adressant, de Duitse theoloog Hans-Hermann Röhrig, zijn brieven terug, waarna Wynia ze in de nalatenschap niet meer aantrof. De uitgave is gemaakt op grond van fotokopieën uit Röhrigs bezit. Jellema kende de Duitser van zijn Amsterdamse theologiestudie. Jellema was negentien, gaststudent Röhrig vijf jaar ouder. In 1958 zwaait Jellema om naar de studie Duits: ‘Weet je, ook de praktische kant van een pastorie zou mij niet gelegen hebben, het onregelmatige, enigszins zwevende ervan.’ Ontevredenheid met zichzelf blijft een hoofdthema bij Jellema. In 1959 biecht hij Röhrig op dat hij homoseksueel is. Het schaadt de vriendschap niet, ook niet toen Röhrig een gezin opbouwt. Pas veertig jaar later bekent Jellema dat hij hevig verliefd op hem was. De kern van de briefwisseling ligt in de voor Jellema cruciale jaren 1960-1961. Het is de tijd dat hij een mislukte poging doet met een vrouw  te leven. Hij gaat ook werken als leraar Duits, debuteert als dichter en zijn vader sterft. Debuteren lost eenzaamheid niet op: Jellema gaat gebukt onder ‘het dreigende vermoeden dat mijn gedichten weinig mensen aanspreken – misschien heb ik te veel ervan verwacht, van het contact met de lezer’. Over literatuur en troebelen op school en universiteiten horen we niet veel. Jellema houdt vooral monologen: ‘Egocentrisch als ik ben, is deze brief meer een preek voor mezelf geworden dan een brief aan jou’. Zo is er een massa ‘Materialien zum Leben und Werk’ van Jellema bijgekomen. Een tweede held onder kleine uitgevers blijft Geerten Meijsing (1950). De Korenmaat komt met een supplement op de eerder (2014, nr. 3) gerecenseerde uitgave Boedelbeschrijving: dagboeknotities van een vakantie in het Italiaanse Caviano in 1975 waarin de cultauto Citroën DS 21 met zijn grillen een hoofdrol speelt. Steeds weer nieuwe persen ontfermen zich over Meijsing wiens werk al jaren niet meer in de boekwinkel ligt. Nu dient Boktor zich aan. De toetssteen is een handzaam boekje in rode linnen band. Het bevat de tekst die Meijsing, aldus het colofon, schreef voor ‘het programmaboekje van Opera Trionfo, die eind 2011 Rossini’s La pietra del paragone op de planken bracht. Het is Meijsing wel toevertrouwd de lezer voor deze opera warm te maken. De Avalon Pers biedt al jaren onderdak aan kerstverhalen van Meijsing, zo ook voor Dingen die nog te doen zijn. Ex-vrouw, dochter, vader, moeder, zuster en broer zijn ijkpunten voor een kerstcauserie waarin Meijsing zich, ondanks een onthecht bestaan op een Siciliaanse huurkamer, als familieman profileert. Het lijkt geen toeval dat hij ook een libretto van Rossini citeert.

C.O. Jellema, Brieven aan Hans-Hermann Röhrig 1955-1996. Nijmegen: Flanor, 2014. 326 p. € 25 (Beijenstraat 30 6521 EC Nijmegen uitgeverijflanor@gmail.com)
Christine Lavant, Drie gedichten met vertalingen door C.O. Jellema. Woubrugge: Avalon Pers, 2014. 16 p. 80 ex. (Leidse Slootweg 4, 2481 KH Woubrugge avalonpers@hetnet.nl)
Geerten Meijsing: Boedelbeschrijving: supplement september 1975. Haarlem: de Korenmaat, 2014. 22 losse blaadjes. 75 ex. € 9 (Pb. 3316, 2001 DH Haarlem info@hofvanjan.nl) | De toetssteen. Utrecht: Boktor, 2014. 15 p. 72 ex. € 35 (Oude Gracht 234, 3511 NT Utrecht info@hinderickxenwinderickx.nl) | Dingen die nog te doen zijn. Kerstverhaal. Woubrugge: Avalon Pers, 2014. 22 p. 98 ex. € 40

| Eerder verschenen in De Parelduiker 20 (2015), nr. 1, pp. 64-65.

donderdag 19 november 2015

Stem van Valeri Perelesjin (1986) online

STEM VAN VALERI PERELESJIN (1986) ONLINE

De Russische dichter Valeri Perelesjin was in mei 1986 in Leiden op uitnodiging van de Leidse Universiteit. Bij die gelegenheid heb ik twee geluidsopnamen van hem gemaakt. Een opname stamt uit zijn kamer in het toenmalige International Centre aan het Rapenburg. Hij leest hier de Russische originelen van de gedichten die in Nederlandse vertaling zijn gepubliceerd in de heruitgave van de bundel Vanuit de verte (Leiden: De Lantaarn, 1986). Daarna leest hij nog enige gedichten naar keuze. De tweede opname is bij mij thuis gemaakt. Hier leest Perelesjin vooral gedichten uit zijn bundel Arièl'  (Frankfurt am Main: Possev, 1976). Beide opnamen zijn nu opgenomen in de catalogus van de Leidse Universiteitsbibliotheek. Ze zijn ook online te beluisteren (klik hier). 

Jan Paul Hinrichs

Trefwoorden: Валерий Перелешин | Лейден | Valery Valerii Pereleshin | recording | Russian poet